‘Wacht maar tot Piet er is. Die kan pas verhalen vertellen, die moet je hebben voor jouw project.’ Ik zit aan de koffie in een complex waar ouderen wonen. Op vrijdagochtend kunnen mensen binnenlopen voor een kopje koffie en een praatje. Ik mag komen vertellen over ‘Geluk is…’, een verhalenproject waarbij ouderen en jongeren gevraagd worden naar hun verhalen over geluk om die samen te brengen in een theaterproductie.
Ik heb mijn verhaal al drie keer verteld en sta op het punt weg te gaan als Piet binnenkomt. Uitbundig wordt hij binnengehaald en als ik vertel waar ik naar op zoek ben, zegt hij dat hij geen verhalen te vertellen heeft. Dan vertel ik dat mijn vader (92) ook zei dat wat hij te vertellen had niet belangrijk genoeg was, maar dat er nu een heel boek met verhalen over zijn leven gemaakt is.
In de oorlog zat mijn vader in Duitsland. Hij moest daar tegen zijn zin werken. Op een dag was werd Berlijn gebombardeerd. Hij liep met een vriend en vroeg of ze erbij mochten in een schuilkelder. Nee, die was alleen voor Duitsers en zo kropen mijn vader en zijn vriend in een Russische tank die daar op straat stond. De schuilkelder werd gebombardeerd en niemand is er levend uitgekomen. Mijn vader en zijn vriend bleven ongedeerd in de tank.
Meneer Piet kijkt me aan, ‘ik heb in Indonesië gevochten en toen we naar huis wilde komen zeiden ze dat we maar naar Australië of Nieuw Zeeland moesten gaan omdat Nederland te vol was. Er waren toen 8 miljoen mensen en ze zeiden dat we niet terug mochten komen. We hadden gevochten!’ Z’n ogen worden vochtig: ‘nee ik ga geen oude wonden open rijten.’
Daarmee is de kous af, want ook al zeg ik dat dat niet de bedoeling is, de wond is geslagen. Het voorbeeld heeft de verkeerde snaar geraakt.
Binnenkort start ik, samen met Sylvia Bos, in het Laakkwartier in Den Haag met het project Geluk is…
Wordt vervolgd…
www.roderuiter.nl
Geef een reactie