“Doe je dat thuis ook”, vroeg ik aan een van de twee mannen die nonchalant een plastic beker in het water van de singel in Rotterdam gooide. Toen ik het zei vroeg ik me gelijk af of het wel verstandig was om dat te zeggen, want ik had geen idee wat voor reactie ik zou krijgen. “Zo voelen wij ons. We zijn vuilnis dat weggegooid wordt” zei een van de twee mannen. ”Waarom zouden we met de maatschappij rekening houden als ze dat ook niet met ons doen?”
Ik deelde mijn zorg voor het milieu en de man die de beker gegooid had zei dat hij het niet meer zou doen. De brug waar de mannen over liepen ligt tegenover de Pauluskerk waar dak- en thuislozen terecht kunnen voor hulp. Deze mannen kwamen daar vandaan. Dat realiseerde ik me later pas.
De opmerking ‘doe je dat thuis ook’ was dus niet heel handig, want ze hebben geen thuis. Een laag in het verhaal waar ik op voorhand geen rekening mee had gehouden. Een simpel aanspreken op gedrag bracht een heel ander probleem naar boven, zoals dat vaker aan de orde is. Geen enkel verhaal is plat. Er zijn altijd lagen.
Mijn voornemen om mensen meer aan te spreken op dit soort gedrag, staat nog steeds, maar welke ingang, welke manier kan ik het beste kiezen om mensen op een vriendelijke manier aan te spreken? Daar ben ik over aan het nadenken. Ik hou me aanbeloven voor tips.