Het winterse landschap is een bron van inspiratie. Mooie foto’s, grappige filmpjes en ander vertier worden lustig gedeeld op de sociale media. Ook mijn oog word geprikkeld door leuzen in de sneeuw, sneeuwpoppen in vormen en maten, bomen en struiken onder een witte laag en aan onze dakgoot een kunstwerk van ijspegels. IJspegels die er niet horen, want het water hoort gewoon door de regenpijp te lopen en er niet overheen te gaan. We hebben dus een probleem. Een bevroren probleem dat vooralsnog niet op te lossen is. Het levert wel een mooie beeld…
Verhalen worden interessant als de regenpijp overloopt en het water bevriest. Verhalen kunnen niet zonder tegenslag, drama of problemen. Problemen maken een verhaal interessant en boeiend. Door te zien hoe de hoofdpersoon uit een verhaal een probleem oplost, leren wij als vanzelf alternatieve strategieën voor onze eigen problemen. Lezen van verhalen is mede daarom zo belangrijk. Als lezer identificeer je je altijd met een van de personen uit een verhaal. Door in het hoofd van die persoon te kruipen ervaar je hoe je zaken aan kan pakken. Daarmee breid je je gereedschapskist met mogelijkheden uit.
In verhalen krijgt de held meestal hulp van buiten. Een vriend, een toveraar een hulpmiddel of een combinatie van deze of andere hulpbronnen. Zonder hulp blijft een verhaal steken en wordt het verhaal saai. Iemand die de hoofdpersoon een helpende hand toesteekt, een magische staf levert, een vliegend paard geeft of op een andere wijze het verhaal een duwtje in de juiste richting geeft, is onontbeerlijk.
In het verhaal van de regenpijp is vermoedelijk een loodgieter onze hulpbron om ons weer een goed werkende pijp te geven waardoor er, een volgende winter, geen mooie ijspegels meer zullen hangen.