Twee aan elkaar geplakte wc-rollen vormen een woordkijker. Dat hebben we de groep leerkrachten die meedoet aan de workshop literair vanuit Kunst Centraal verteld. Daarom kijken 17 vrouwen nu door wc-rollen en verzamelen ze woorden; dingen die ze zien als ze door de koker kijken.Lees verder →
Gek gezicht!
Toen onze dochter net kon lopen hebben we haar aan tafel gezet met papier en vingerverf. Ze stopte alles in haar mond, maar de verf smaakte niet lekker, dus al snel ging de verf op het papier. Smeren en wrijven was wel leuk, maar het resultaat was een grote groen-grijze vlek. Al snel kreeg ze door dat verschillende bewegingen verschillende resultaten opleverden: een experiment in de schilderkunst was geboren. Gaandeweg ontwikkelde haar repertoire zich: krassen werden lijnen, lijnen werden figuren. De bedoeling was niet altijd duidelijk, maar het plezier én het resultaat waren en niet minder om. Sommige van haar eerste werken sieren nog steeds onze muren. De eerste figuren bestonden vaak uit een vorm die rond bedoeld was met twee punten er in. De oervorm van het gezicht. Later volgden mond, neus en zelfs het verdere poppetje compleet met zes of zeven vingers aan elke hand. Niets bijzonders, toch? Of ja, wel eigenlijk. Eenmaal op school ontstond bij haar het besef dat ze tekort schoot in haar tekenkunst: andere poppetjes leken beter, gezichten mooier. Hoe we haar ook aanmoedigden in haar kinderlijke tekenkunst, het onschuldig genieten was er vanaf. Alles werd vergeleken met werk van anderen en kritisch beoordeeld. Oorspronkelijkheid en fantasie legden het af tegen ‘hoe het moest’; het navolgen van de al dan niet zelfopgelegde regels. Een modelgezicht werd de norm, alles wat afweek ‘gek’.Lees verder →
De juf als voorbeeld.
Ze zit achterin de klas en kijkt een beetje beteuterd voor zich uit bij de opdracht die ik geef. Als ik langsloop zie ik dat ze niet zoveel heeft opgeschreven en wat ze wel heeft opgeschreven is niet te ontcijferen. Samen met haar vul ik wat woorden van het zintuigenblad in. Als ik de juf ernaar vraag: “ach ja, zij moet eigenlijk naar het speciaal onderwijs, besteed er maar geen aandacht aan”.
Zo’n antwoord doet mij zeer. Ik heb zo te doen met het meisje, maar ik heb geen tijd om naast haar te zitten en haar één op één met de opdracht te helpen.
De juf daarentegen zou nu wel naast haar kunnen gaan zitten om haar te helpen; het is ook de bedoeling dat de leerkrachten participeren in de lessen die ik kom geven, maar deze juf heeft andere plannen en gaat schriften nakijken. Tijd voor mijn les is er eigenlijk ook niet want bij binnenkomst wordt me al te verstaan gegeven dat ik echt maximaal een uur heb en liever in minder tijd als dat enigszins kan!
Hoe gemotiveerd wil je het hebben?Lees verder →