Vertellen mocht ik. Leuk! Op naar Haastrecht om in het kader van wereldverteldag op twee scholen te gaan vertellen. Ruim op tijd stapte ik de deur uit. Ik drukte op mijn autosleuteltje om de deuren te ontgrendelen, maar er gebeurde niets. Nog een keer en nog een keer omdat ik niet kon geloven dat de auto zijn werk niet zou doen. De auto had per slot een week eerder een nieuwe accu gekregen…Met het noodsleuteltje kon ik de deur toch openkrijgen. Tegen beter weten in drukte ik op de startknop. Niets! Ook hier kon ik het niet geloven. Ik drukte en drukte, maar helaas bleek ook dat een overbodige handeling. De auto was niet van plan van zijn plaats te komen. Wat nu? Stress in mijn hoofd, want ik zou de eerste vertelronde dus niet halen.
Gelukkig werd dat allemaal vakkundig opgelost en werd ik in Gouda van de trein gehaald om in de middag naar een school te gaan om mijn verhaal te doen. En wat was het leuk! De meester van deze groep was net bezig om de kinderen te enthousiasmeren met vragen die gebruikt konden worden bij het verhaal. Wat een heerlijk welkom!
De kinderen luisterden vol aandacht naar het verhaal, gaven me een cijfer…(gelukkig kreeg ik 10en en 1000 als cijfer) en stelden ze ook nog eens mooie vragen achteraf. “hoe hebt u zo goed leren huilen?” “kan iedereen een verhalenverteller worden?” “waarom hebben de hoofdpersonen geen namen”. Samen met de meester tekenden de kinderen het verloop van het verhaal.
Toen ik wegging kwam er een jongetje naar me toe en vroeg: “mag ik een knuffel geven?” Dat mocht. Dat was alle stress meer dan waard. De grootste beloning is altijd achteraf!