De kraanvogel maakt zich van het papier los en vliegt weg….
Die kraanvogel ben ik als ik, na het vertellen van twee verhalen, de complimenten hoor van de kinderen van groep 6 van de Prinses Ireneschool.
‘Ik zag het verhaal helemaal voor me als een plaatjesboek in mijn hoofd.’
‘Je hebt zo’n mooie stem.’
‘Het was zo fijn met de gebaren erbij die maakte het verhaal helemaal af.’
‘Door de gebaren kon ik het me nog beter voorstellen.’
‘De stemmen die je deed pasten heel goed bij het verhaal.
‘Ik vond het zo fijn dat ik het beeld zag en ik mijn eigen fantasie kon hebben’.
Het is heel fijn als een verhaal goed binnenkomt en het is super als je als gast in de klas gedragen wordt door de groep en de leerkracht. De juf had in de ochtend uitgelegd dat vertellen ook een kunstdiscipline is. De kinderen associëren kunst met knutselen, maar ik heb uitgelegd dat dit ook kunst is. En dat is het ook, want het verhaal spreekt het hart en de verbeelding aan. En bij kunst gaat het om de verbeelding en het stimuleren daarvan.
We komen al een aantal jaar in het kader van de kunstweken op deze school. Een maal per jaar is mooi, maar als je ziet wat het met de kinderen doet en hoeveel impact het heeft is wat mij betreft 1x per jaar te weinig. Voor het stimuleren van de fantasie, de taalontwikkeling, voor het leggen van verbanden tussen hoofd en hart, voor het leren van nieuwe woorden en nieuwe werelden kan het vertellen van verhalen in de klas niet vaak genoeg gebeuren.
Haal een verteller in de klas!