Tafels vol boterhammen, fruit en pakjes sap. Dozen met sinterklaaspapier, kruidnoten in bakjes, het is een drukte van belang in de lerarenkamer van de Willem Alexanderschool in Rotterdam. Gelukkig is er een fonds dat de boterhammen betaald voor kinderen die thuis geen ontbijt krijgen. Er zitten 320 kinderen op de school.
De kinderen in de klassen waar ik kom voor de les klaterende klanken spreken thuis allemaal een andere moedertaal. Op mijn vraag wat de kinderen thuis spreken, gaat het van Turks en Marokkaans tot Hindi, Portugees en Papiamento. Wel vaak samen met Nederlands.
De klaterende klanken worden dan ook goed herkend. ‘O, dat lijkt op Koerdisch’ zegt een meisje en dat klopt. Pools wordt vaak voor Russisch aangezien, maar de klank zit in de goede richting. Een jongen roept hard als hij Turks hoort ‘dat is mijn taal’ en er is een meisje die nauwgezet vertelt wat er in het Arabische is gezegd. De gezichten glunderen bij het herkennen van de moedertaal.
Dat is wat de klaterende klanken zo mooi maakt. De kinderen voelen zich gekend in hun moedertaal. ‘Doe je dit vaker?, ‘kom je volgende week weer?’ geeft aan dat de kinderen het een leuke les vonden.
Wil je deze les ook bij jou op school? Neem contact op, dan kijken we naar de mogelijkheden