“Juf hoe schrijf je dat dan die naam Yun?” Een jongetje uit groep 5 waar ik verhalen vertel, stelt me deze vraag. Het is een jongetje met een Chinees uiterlijk. Ik spel voor hem Y U N. ‘O, maar dat is ook mijn naam en dat zeg je als Yoeng’. Ik bedank de jongen uitvoerig en zeg dat ik er vandaag iets bijgeleerd heb en natuurlijk dat hij de hoofdpersoon in het verhaal is. Hij glundert van oor tot oor.
Ze luisteren allemaal ademloos. De juffen ook. Iedereen geniet. In bijna elke klas komt de vraag of het echt gebeurd is. Wat denk je zelf? Nee…ik denk het niet.
In een brief hebben we aangegeven dat het verhaal een cadeau aan de klas is en dat dat cadeau ook voor de leerkrachten is, dus dat het jammer is als ze gaan zitten nakijken of andere dingen gaan doen. Het is, maar dat hebben we niet geschreven, ook een slecht voorbeeld. Als je verwacht dat de kinderen braaf luisteren terwijl je zelf die moeite niet neemt.
In een van de klassen waar ik meeluisterde, zat een juf achter in de klas druk na te kijken. Maar steeds vaker keek ze op en luisterde ze mee. Steeds langer duurde het voor ze het volgende schrift pakte. Ze werd gegrepen door het verhaal. Dat is de kracht van vertellen…het meegenomen worden.
De ruim 80 klassen op verschillende scholen in de Krimpenerwaard en dus ongeveer 2000 leerlingen hebben de magie van het verhaal meegekregen. Wat een plezier. Deze ervaring neemt niemand hen af en mij ook niet.