Heel lang geleden gingen manlief en ik, op vakantie naar de Azoren. We spreken over het jaar 1989. De Azoren werden toen nog niet overspoeld door toeristen. We hopten van eiland naar eiland en op de meesten eilanden huurden we een auto om in korte tijd een heleboel te kunnen zien. Aangezien ik de enige met een rijbewijs was, kwam het rijden op mij neer. De eilanden zijn allemaal verschillend, maar wat ze met elkaar gemeen hebben zijn grillige kunstlijnen met flinke hoogtes en hoogteverschillen waardoor de wegen over het eiland kronkelden van hoog naar laag en van laag naar hoog.
Het was op het eiland Sao Jorge, dat we op een weggetje zaten dat ons naar een leuk vissersdorpje zou leiden. De auto die we gehuurd hadden was groot, eigenlijk te groot voor ons twee, maar er was geen andere beschikbaar. Het weggetje ging almaar steiler en steiler naar beneden. ‘Ja toe maar’ zei manlief, ‘aan het einde is vast het dorpje. Verder en verder reden we tot we bij een super stijl stukje kwamen waar aan het einde allemaal bootjes te zien waren en netten die uitgespreid lagen. ‘Ja daar zal het zijn’ moedigde manlief, mij aan. Ik reed verder en eindigde aan de rand van de oceaan op een betonnen plateau waar ik de auto met geen mogelijkheid kon keren.Lees verder →
‘O NEE’ dacht ik. Wat te doen als ik het terrein niet meer af kom? Met angst en beven liep ik naar de andere in- en uitgang van het parkeerterrein. Het eerste waar mijn oog op viel was een hek…O NEE dacht ik nog harder. WAT NU? Na een aantal passen zag ik dat de ingang geblokkeerd was, maar de uitgang gelukkig niet. Ik haastte me naar mijn auto en reed zo snel als ik kon de parkeerplaats af. Het zou mij niet gebeuren dat vlak voor mijn neus het hek neergelaten zou worden.